Wartaaltje kort

Stilte en Zebrapad

De afgelopen jaren ben ik in de ban geraakt van stilte. De reden daarvan is mij niet helemaal duidelijk omdat stilte voor mij een soort van synoniem staat aan saai. En voor saaiheid heb ik angst, nou angst, weerstand is misschien een beter woord. Een saai leven staat voor mij gelijk aan een baan van 9 tot 5 (wat ik nu wel heb). Eten om 6 uur, twee keer per week naar de sport, in het weekend soep met de hele familie (waar helemaal niets mis mee is) en elke vrijdagavond de boodschappen halen voor de volgende week en dan na het boodschappen doen frietjes eten. Allemaal prima, maar mij benauwd zo’n leven. Het lijkt dan ook alsof het leven voorspelbaar en controleerbaar is, en als mijn leven iets aan mij heeft bewezen dan is het dat het leven in het geheel niet voorspelbaar is. Het leven doet wat het wil. Maar ik had het over stilte en heb ondervonden dat stilte verre van saai is. Dit komt omdat je er best veel moeite voor moet doen om stilte te vinden. Niet alleen in de buitenwereld, maar zeker ook in jezelf, want mensenlief er raast de godganse dag een snelweg aan gedachten door dat hoofd van ons. Als je je met stilte bezig gaat houden merk je pas hoeveel geluid er is, in en buiten je. Met mijn vriend uit Syrië sprak ik een tijd geleden over het milieu. Hij is er best van onder de indruk hoe wij hier omgaan met afval scheiden, met water gebruik, met plasticgebruik, met duurzaam leven. Hij was hier niet mee bekend in Syrië. Nee, daar hebben ze wel andere dingen aan hun hoofd. Al pratend ging het gesprek over op de hinder die ik in mijn vorige woning heb ervaren met betrekking tot geluid. Ik woonde hartje stad, had twee middagen de orgelman onder mijn raam, acht weken de ijsbaan met muziek voor mij op het plein, festivalweekenden in de zomer, een week kermis voor mijn raam en dan heb ik het nog niet over de vele scooters die over het plein flink hun best deden hard te crossen, de vrachtwagens die ’s morgens vroeg hun lading kwamen lossen en de motor lieten draaien, de mechanische schoonmaakwagens die ’s morgens heel vroeg, ook op zondag, hun schoonmaakwerk deden, winkelend, kwetterend publiek, kroeggasten die ’s nachts, luid moppen tappend onder mijn raam, langzaam de stad verlieten. Soms stond het huilen mij nader dan het lachen. Als je namelijk in de stad woont blijkt er een ongeschreven regel te bestaan dat je niet moet zeiken over al dat geluid, had je maar niet in de stad moeten gaan wonen. Terwijl ik zo mijn beklag bij hem deed vroeg hij: ‘Wat zou meer schade veroorzaken? Het slecht omgaan met het milieu of dat er overal geluid is? Het antwoord weet ik niet. Wel weet ik dat ik steeds gekker werd van al die geluiden om me heen waar ik geen invloed op had. Behalve mijn best doen om het voor dat moment zoveel mogelijk te accepteren. Zo’n tien jaar geleden had ik behoefte aan een paar dagen klooster om eens even rustig aan schrijven toe te komen. Er waren geen verplichte activiteiten behalve de maaltijden die de gasten samen aan een grote tafel deelden. Ik sprak veel mensen met allemaal een eigen verhaal. Ik genoot. Maar er waren ook gasten die te kennen gaven helemaal geen behoefte aan contact te hebben. Zij trokken zich terug. Ik begreep daar niets van. Er bestond toch niets beters dan mooie, diepgaande gesprekken? Drie jaar geleden liep ik langs de Noordkust van Spanje een deel van de Camino, de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella. Ik had verwacht dat ik zou genieten van alle verhalen die ik onderweg van mede caminogangers zou horen. Niets was minder waar. De enige zin die dominant in mijn brein ronddoolde was: Praat niet tegen mij! Ik wilde alleen maar de stilte van de natuur ervaren. Toen pas begreep ik de gasten in het klooster. En nu zit ik midden in een bos in IJhorst aan een picknicktafel te schrijven en te genieten van een midweekje in het natuurhuisje ‘De Bostuyn’. Is het hier stil? Nee, ik hoor kraaiende hanen, fluitende vogeltjes, blaffende honden, een hinnikend paard in de verte, soms een loeiende koe, ritselende bladeren van de bomen, ronkende vliegtuigjes die overvliegen en soms een straaljager, zoals nu, die laag met veel lawaai, overvliegt. Heel vaag verderop hoor ik dat zich daar ergens een snelweg bevindt. En toch ben ik geneigd te zeggen dat hier stilte is. Ooit was ik in Noorwegen waar ik middenin een wandeling stilstond en ontdekte; Het is hier echt helemaal stil. Wat heeft dit nu allemaal te maken met een zebrapad? Misschien niets, maar als je een zebrapad nadert word je geacht stil te staan voor de mens die van de ene kant naar de andere wil lopen. Zo’n kort moment waarin je meestal geërgerd op je rem trapt omdat wij altijd maar door willen. Op dat moment kun je ervoor kiezen om voor een moment de voorbij razende gedachten even stil te zetten en dat je dan kiest welke gedachte levensvatbaar is en mooi genoeg om mee te nemen naar ‘de overkant’. Dat kan een begin zijn van het ontdekken van stilte omdat je toch even ‘stil’ moet staan. Het hoeft niet. Het mag.

Reacties uitgeschakeld voor Stilte en Zebrapad