Wartaaltje kort

Verjaardag en werkloosheid

Wartaaltje: Verjaardag en werkloosheid (Wartaal staat voor onsamenhangende tekst. In mijn wartaaltjes probeer ik ‘op het oog’ onsamenhangende zinnen of woorden bij elkaar te brengen)

Werk zou goed zijn voor je eigenwaarde, goed voor het onderhouden van sociale contacten, je zou gelukkiger zijn. Je wordt voor ‘vol’ aangezien, want je hoort erbij (waarbij?). Het hebben van een baan voorkomt dat je in een poel aan ellende weg zult zakken en dat je financieel op orde blijft. Ook geeft werk je dagen structuur en zin. Geen wonder dat elke dreigende werkloze periode je bij voorbaat in een diepe zwarte geestelijke crisis stort, want je gevoel van eigenwaarde zal naar een dieptepunt dalen en al je sociale contacten gaan naar de mallemoer. Je kunt het vergeten om gelukkig te zijn, dat is onmogelijk, bovendien ziet de maatschappij jou niet langer voor ‘vol’ aan, nee het is nog erger, je ziet jezelf niet meer voor ‘vol’ aan, want je doet niet meer mee. Je klettert neer in structuurloze dagen in een volslagen leeg isolement. En middenin al deze doffe ellende krijg je regelmatig een opgeheven vingertje en tamelijk strenge blikken toegeworpen van een erg wijze instantie.  In die instantie zitten mensen die er over hebben nagedacht hoe belangrijk werk voor jou is. Die willen zien dat jij ongenadig je best doet om die baan te vinden die jou uit deze poel aan ellende trekt. Het enige dat jou weer op de been helpt, zeggen ze, is dat jij die baan vindt. Dat zeggen niet alleen die wijze mensen, inmiddels zegt iedereen om je heen dat ook, want die zijn die wijze mensen gaan geloven. Intussen loop jij met doorgelopen, uitgezakte wallen onder je ogen straat in straat uit op zoek naar die baan of eigenlijk naar dat beetje geluk dat toch ergens te vinden moet zijn. Zelfs ’s nachts ben je buiten te vinden en speur je rond met je zaklantaarn, die je nog net van je uitkering kon kopen, want je zou maar iets mislopen. En die wijze mensen willen zien dat jij je best doet. Je ziet hen nooit, nee zij zitten verborgen achter telefooncentrales hun belangrijke werk te doen waar zij ontzettend gelukkig mee zijn. En als dit allemaal nog niet erg genoeg is passeer je ook nog de angstaanjagende 50-jaren grens. Daarna schijnt het leven voor een werkzoekende echt voorbij te zijn. Als je daar zelf al geen waarde aan hechtte dan ontkom je er niet aan dat een boze wolf in de vorm van de media jou beetgrijpt en heel vaak tegen je zegt dat het over en uit is na je 50e verjaardag. Als werk (geluks) zoeker val je kermend op je knieën neer en geef je toe dat iedereen gelijk heeft. Genade, genade, zeg je nog, oké oké, ja er is geen leven meer na mijn vijftigste. En dat is raar, want de medische wetenschap doet er alles aan om ons te laten leven tot we ongeveer 95 zijn, maar om je heen hoor je alleen maar dat het leven over en uit is na je vijftigste. Fini. Basta! En waarom? Omdat we zo graag vast willen houden aan al die overtuigingen die wij hebben opgehangen aan alle goede dingen die voort zouden komen uit het hebben van een betaalde baan. Wijze instanties drijven de werkzoekenden in kuddes vooruit; hup aan het werk jij, grazen! Ze drijven ze de sompige weilanden in, waar ‘je poten’ wegzakken in de modder, en waar geen grasspriet meer te vinden is, alleen omdat we gewend zijn de kudden naar de weilanden te brengen. We kijken niet eens meer of er nog voldoende gras is om te grazen. We kijken niet langer meer. En omdat je toch een beetje sociale contacten nodig hebt, heb je het lef om naar een verjaardag te gaan. ‘En jij, wat doe jij?’

‘Ik graas.’ ‘Jij graast, wat is dat voor werk?’ ‘Weet ik ook niet, maar ik moet grazen. ’ ‘Koeien grazen, schapen grazen. Even serieus, mensen grazen niet.’   En dan wil je haar bij haar strot grijpen, indringend aankijken om dan snerpend fel te sissen dat zij geen enkele weet heeft van dat weiland waarin jij moet grazen en dat ze maar in haar handjes mag knijpen, maar je beseft nog net op tijd dat zij dan een andere instantie zal bellen om jou af te voeren, dus je zegt niets. ‘Nou vertel, wat doe je voor werk?’ ‘Ik werk niet, ik zoek werk. ’ ‘Oh joh…….hoelang al?’ ‘Zeven maanden.’ ‘Oh hmm, zit je op linkedin, twitter, facebook, instagram, pintarest?’ ‘Alleen op LinkedIn.’ ‘Dat is niet goed, je moet overal laten weten dat je er bent.’ ‘Zou je denken?’ En voor je het weet krijg je uitgebreid uitgelegd hoe je nieuwe profielen aan moet maken zodat jij als ‘grazende’ werkzoekende bekend wordt over heel Nederland. Nooit vraagt iemand hoe jij je tijd leuk door komt, hoe je ervoor zorgt om je toch goed te blijven voelen. Nee, alles is gericht op het vinden van die ene betaalde baan en houdt een machteloos makend gevoel in stand dat werk hebben het enige is waardoor je volwaardig recht van leven hebt. In plaats van anders kijken naar werk, naar inkomen, naar invulling van zingeving sluiten we bij voorbaat de werkzoekende mens buiten en geven hem als enige optie dat werk voor zingeving en geluk zorgt. Maar wat nu als al je pogingen op niets uitlopen? Is dan je enige keus om je onwaardig als mens te voelen? Kunnen we niet gewoon afspreken dat we op verjaardagen in plaats van vragen naar werk, eens vragen naar de dingen die jij zoal in je leven doet die voldoening en plezier geven. Dan volgt er vast een verrassend leuk gesprek waar je allebei volwaardig aan deel kunt nemen.

Reacties uitgeschakeld voor Verjaardag en werkloosheid