Wartaaltje: Bom en Participatie
Waarschijnlijk ben jij recent niet een straat of wat omgelopen omdat er ergens een bom was ontploft of dat je met enige regelmaat hoorde dat familie, vrienden of kennissen iemand hadden verloren ten gevolge van een bominslag. Of dat je voortdurend beducht moest zijn vanwege de dreiging die ‘in de lucht’ hing voor nieuwe bommen, of dat je in de verte de explosies hoorde en niet eens meer na wilde denken over de ravage die daarvan het gevolg was. Ondanks het feit dat de wereld niet meer zo veilig aanvoelt omdat aanslagen op die veiligheid steeds dichterbij komen, leven wij in betrekkelijke rust. Wellicht kunnen er meer mensen meepraten over participeren, er is immers een participatiewet in het leven geroepen wat betekent: actieve deelname. Aan wat? Aan de maatschappij, onze Nederlandse maatschappij wel te verstaan. Een verschijningsvorm van het concept participatie is arbeidsparticipatie. We hebben gemeend dat mensen met afstand tot de arbeidsmarkt gemotiveerd moeten worden om ‘mee’ te doen en je doet mee als je werkt, zeggen ze. Skills die vragen om te worden ontwikkeld doen er niet zo toe, werken zal je, wat voor werk dan ook, want dan ben je actief en dan participeer je en dat kan dan weer afgevinkt worden op het lijstje van behaalde resultaten. Er bestaan instanties die denken dat dreigen met korten van uitkering hetzelfde is als stimuleren. Die zeggen dat je maar heel snel iets moet vinden omdat je intussen wel profiteert van al die werkende Nederlanders, die trouwens inmiddels allemaal erg blij moeten zijn, want zij participeren glorieus en we hebben besloten dat dat goed is. Ik weet het, ik klink wat cynisch, maar soms ben ik dat ook. Ik heb een vriend die zijn stinkende best doet om te participeren. Die vanwege de dreigementen van de instanties die de wet uitvoeren een baan heeft gevonden die totaal niet in lijn ligt met zijn skills, maar die, vanwege de stress die de dreigementen bij hem veroorzaakte dit werk blijft doen en nu deels uit de uitkering is. Die vanwege de energie die dit werk hem kost nauwelijks toekomt aan het volgen van zijn Nederlandse lessen, die zo langzamerhand het gevoel krijgt dat alle kansen aan hem voorbij trekken. Die verder wil studeren en zich wil ontwikkelen in het vakgebied waar hij goed in is, maar voortdurend op belemmeringen botst in het oerwoud aan regels. Maar hij is ook een mens die blij is in een schoon en ordelijk land te leven, een land waar mensen redelijk fatsoenlijk met elkaar omgaan. Een land waar hij graag ‘zijn steen’ aan bij wil dragen. Volgens de participatiewet doet hij dit nu als pakketbezorger bij Post.nl. Hij bezorgt zijn pakketten, overhandigt deze aan de ontvanger en dan vraagt zo’n ontvanger soms wat belangstellende vragen aan hem. Waar kom je vandaan bijvoorbeeld. ‘Uit Syrie’ zegt hij dan. Waarop de man als soort van grap reageert: ‘Oh, je komt een bom bezorgen, haha.’ Mijn maag draait om als hij dit aan mij vertelt. Ik wil vuur spuwen, ik wil die man z’n tong uitrukken, maar ik hou me enigszins in, want hij heeft niets aan mijn woede. ‘Hoe reageer je dan?’ vraag ik. ‘Dat ik voor de bommen mijn land heb verlaten’. Ik slik een prop in mijn keel weg en zinnige woorden kan ik even niet vinden. Soms ben ik bang dat hij zijn krachtige spirit zal verliezen, dat zijn hart zich langzaam zal sluiten, dat zijn voeten niet langer zijn eigen pad volgen en hij een schaduw van zichzelf zal worden. En misschien hoort dit allemaal wel bij participeren, dat je tegen dit soort uitspraken moet kunnen, ik weet het niet. Maar eigenlijk wil ik alleen maar tegen iedereen zeggen: Laat omstandigheden nooit de oorzaak zijn dat jij je hart sluit, dat jij je eigen pad niet langer volgt, dat jij een schaduw wordt van jezelf. Dat is nooit de bedoeling van leven geweest. Een gebutst en verfrommeld 20 euro biljet is nog steeds 20 euro waard. En dat geldt net zo goed voor jou. Dat geldt voor mensen die vanwege bommen hun land moesten verlaten, het geldt voor iedereen.