Wartaaltje: Brug en Inclusief
In Heiligerlee, een dorp in Oost Groningen, de provincie waar ik mijn vakantie vierde, had ik zojuist de beleefroute gelopen. In 1568 speelde zich in Heiligerlee een veldslag af tegen het Spaanse gezag. Een veldslag waarbij de opstandelingen als winnaars zegevierden. Nu kocht ik op de plek waar deze strijd gestreden werd, zo’n 460 jaar later, een ijsje bij een ijs en frietkraam. Omdat mijn benen nog wel wat kilometers wilden lopen vroeg ik aan de verkoper van het ijsje of hij nog leuke wandelroutes in de omgeving wist. ‘Ik kom niet van hier, zei hij, dat zou ik je dus niet kunnen vertellen.’ We raakten aan de praat. Dertig jaar geleden was hij met zijn vrouw naar Middelstum verhuisd, ook provincie Groningen maar in een ander deel. Ze wilden graag dat hun kinderen in een dorp opgroeiden. Inmiddels was een dochter al naar Amsterdam verhuisd, maar enige tijd geleden had ze besloten een woning in Middelstum te kopen – daar krijg je namelijk nog een normaal huis voor een normale prijs. ‘Zo, zei ik, dat is best een stap om vanuit de stad te verhuizen naar het Groningse platteland.’ ‘Tja, zei hij, je kiest de plek om te wonen waar je je het meest gelukkig voelt.’
En hoewel ik tijdens mijn vakanties nooit veel moeite heb mijn werk los te laten, herinnerde ik me spontaan een overleg op de laatste dag voor mijn vakantie en laaide er best veel boosheid op.
Op die dag stond een overleg gepland ten behoeve van een gezin in de wijk waar ik werk. Nu gaat het mij niet zozeer om dit gezin maar om situaties van mensen die, vanwege hun inkomen en niet voorziene veranderde werkomstandigheden, afhankelijk zijn van het aanbod van huizen binnen de sociale huursector. En zoals iedereen weet is het vinden van een geschikte woning in Utrecht geen vrolijke bezigheid. Dat geldt voor een heleboel mensen. Dit werd ook erg benadrukt bij dit overleg. Een heééééeeeeleboel mensen! Ja, dát weten we bij het buurtteam maar al te goed omdat we veel klanten krijgen die te horen hebben gekregen dat het buurtteam wel kan helpen bij het krijgen van een woning. Wij, buurtteammedewerkers, moeten dan direct aan verwachtingsmanagement gaan doen, want woningcoöperaties zijn degenen die beslissen en daar hebben wij maar erg weinig tot geen invloed op, hoe graag we ook zouden willen. Toch werd ik op een dag geconfronteerd met een situatie waarbij een geweldige oplossing voor het grijpen lag waardoor een gezin in veel betere woonomstandigheden zou kunnen wonen, zij binnen hun netwerk konden blijven wat, in dit geval, zeer helpend zou zijn en het zou de maatschappij geen cent kosten. Aan de deelnemers van het overleg werd de gelegenheid geboden kritisch mee te denken om te bekijken of maatwerk mogelijk was. Ik beluisterde weinig spanbreedte, voelde mijn bloed koken en zei tegen mezelf: ‘professioneel blijven, rationeel blijven meedenken!’ Maar dat is een beetje mijn probleem, dat kan ik niet zo goed op dit soort momenten en dus ontstaat er altijd een gevaarlijk moment, want ik kan dan zomaar ongenuanceerd vuur gaan spuwen en dat leek me niet verstandig in het belang van de klant. En zo kwam het dat ik, voor de dames en heren in de lifesize digitale coronaproofomgeving waarin je elkaar in blokjes ziet, een vergelijking schetste over mensen met een inkomen waardoor ze een huis kunnen kopen en dan toch echt een wijk, dorp, plaats, stad kiezen om te wonen waarvan ze weten dat ze daar gelukkig zullen zijn. Dan gaan we ook niet zeggen: ‘nee, nee, je moet in die wijk gaan wonen waar een huis wordt aangeboden dat geschikt is, want daar word je vast ook heéééeel erg gelukkig. Wij kijken en zoeken wel even met je mee.’ Nee, dat zeggen we niet tegen hen.
Mijn argument werd natuurlijk gelijk van tafel geveegd, want ik kon mensen die een huis konden kopen niet vergelijken met mensen die van een minimum moeten rondkomen. Ik veroordeelde mezelf om mijn domme, emotionele inbreng, want natuurlijk kon ik hen daar niet mee vergelijken. Waarom kon ik niet rationeel blijven en gefundeerde argumenten naar voren brengen op de kritische kanttekeningen? Ik zat hier toch als professional in deze verdomde digitale omgeving? Uiteindelijk werden er knopen doorgehakt en mocht ik nog zeggen wat ik vond van die doorgehakte knopen. Ik vond het geen goede oplossing, zei ik, en zei toen laf dat dit dan was wat het was. En eerlijk gezegd stond het huilen me nader dan het lachen, maar dat is al helemaal, totaly onprofessioneel.
Maar, nadat ik de ijs cq frietverkoper had gesproken, borrelde boosheid in alle hevigheid op: ‘Hoezo ging mijn vergelijking niet op? Weten mensen met een minimum dan niet waar ze het best gedijen? Ondermijnen we hun zelfredzame oplossingen in belang van hun welzijn niet door toch nog wat extra ondersteuning aan te bieden, zoals in het overleg werd afgesproken, want de familie zocht vast niet helemaal goed. Is het rechtvaardig om van hen te vragen om, na jaren plezierig wonen in een wijk, uit hun vertrouwde omgeving te vertrekken omdat wij, de mensen van het pluche, ervan overtuigd zijn dat zij in een andere omgeving ook gelukkig kunnen worden? Moeten mensen die, door wat voor omstandigheden dan ook, van een minimum moeten rondkomen, altijd maar onderdanig blijven aan de dames en heren achter de bureaus? En moeten zij vooral zo weinig mogelijk noten op hun zang hebben nu zij een uitkering hebben. En hoezo ‘allemaal inclusief’?
Nee, we hebben nog een lange weg te gaan om echt te begrijpen wat het betekent om een inclusieve samenleving te creëren. Een mooie term ‘allemaal inclusief’ maar durven we onze machtsverhouding wel los te laten en de reflectie met onszelf aan te gaan? De mensen die uitsluiting ervaren weten allang hoe macht werkt. Zij weten dat het mooie woorden zijn, bedacht door mensen vanachter hun bureaus. Het heeft hen allang murw geslagen en passief gemaakt, want waarom zouden zij zelfredzaamheid tonen als er toch niet echt geluisterd wordt. Zij overleven van dag tot dag, de een creatiever dan de ander in hun oplossingen, maar zij weten diep van binnen dat niemand echt begrijpt hoe het is om uitgesloten te worden, afhankelijk te zijn van de mensen die altijd al inclusief waren, althans de meesten. En ja, dat maakt me boos, heel erg boos en verschrikkelijk ongenuanceerd waarschijnlijk ook en dus ook helemaal niet rationeel. Maar wat ik dus wil zeggen is dat we maar niet lijken te beseffen hoe moeilijk het is dat, als je geboren bent in een achterstandssituatie het ongelofelijk veel kracht vraagt om je een weg naar boven te worstelen, de weg naar gelijkwaardigheid.
We hadden deze mensen zo’n ontzettend mooie positieve push kunnen geven, hun empowerment en zelfredzaamheid kunnen belonen die zij al jaren tonen. Maar dit is dus wat het is……..
Toch roep ik op om vooral het streven te behouden tot een inclusieve samenleving, al was het alleen maar omdat er van de mensen die uitgesloten worden een hoop te leren valt. Maar het bruggetje dat we moeten nemen, is nog niet zo eenvoudig.