Wartaaltje Spin en Trauma
Het is een behoorlijk tijdje stil geweest van mijn kant. In maart 2022, een week voordat de meeste beperkingen vanwege het Covid-virus zouden worden opgeheven, kreeg mijn lijf corona. En daar bleef het niet bij, mijn hoofd spatte uit elkaar vanwege een neusholte- en voorhoofdsholteontsteking, hoge koorts en daar bovenop een virus waardoor ik al het (weinige) voedsel dat ik tot mij kon nemen er weer uit kotste. Dan ben je dus ziek. Toen ik na een paar weken niet echt terugkwam in mijn ‘normale’ energie werd de diagnose; long-covid vastgesteld. En nu, na anderhalf jaar van extreme vermoeidheid naar langzaam steeds meer energie, ben ik er weer. Daar heb ik geluk mee gehad en wil gelijk benadrukken dat er nog talloze ‘stille’ long-covid patiënten thuis zitten. Mensen die hun toekomstperspectief in gruzelementen hebben zien vallen, hun lijf niet langer herkennen, waarvan het leven een richting is ingeslagen die ze niet voor mogelijk hadden gehouden, maar wat wel degelijk hun dagelijkse realiteit is. Een ontwrichtende levensgebeurtenis waarbij veel moed en kracht nodig is om een nieuwe horizon te ontdekken.
Het is alweer weken geleden dat ik ‘s avonds, terwijl ik ijverig mijn tanden aan het poetsen was, in de badkamerspiegel keek en achter mij op de witte badkamertegel een ‘metersgrote’ zwarte spin waarnam. Het uiteinde van zijn bovenste poot tot het uiteinde van zijn onderste volledig uitgestrekte poot besloeg zeker de helft van de tegel. Dat betekende dat hij een doorsnede had van zo’n acht centimeter. Ik bleef als versteend in de spiegel kijken en zei halsstarrig ; ‘Nee!’ Alsof de spin daardoor zou verdwijnen, wat hij natuurlijk niet deed. Aan de andere kant van de tegeltjesmuur bevond zich de muur van mijn slaapkamer en tegen die muur stond mijn bed. Ik ga echt niet slapen in de wetenschap dat er aan de andere kant van de muur waar mijn bed tegenaan staat zo’n grote zwarte spin zit. Als ik nu nog long-covid had gehad was de badkamer allang blank gelopen vanwege een overvloedige tranenstroom omdat ik destijds geen enkele onverwachtse situatie kon hanteren. Ik dacht; ‘ik moet een foto maken om te bewijzen dat de spin echt heel erg groot is.’ Waarom? Omdat ik wil dat men mij gelooft, zoiets, wat natuurlijk nergens op slaat. Maar als ik mijn mobiel zou pakken om dat zwarte gevaarte te vereeuwigen zou de spin wellicht wegsluipen. Bovendien zou hij dan in mijn mobiel zitten, als foto weliswaar, maar toch…… Nee, ik moest het dier hier en nu verwijderen en dat moest ik nu ter plekke direct doen. Met bonkend hart en knikkende knieën deed ik wat gedaan moest worden. Ik geloof dat ik minder bang ben voor een hyena die ineens in mijn badkamer opduikt dan voor zo’n spin. Bij een hyena kan ik de deur sluiten, een kast ervoor schuiven om de boel te vergrendelen en dan heel snel een alarmlijn bellen. Ik zou zelfs gillend mijn buurtje in kunnen rennen. Daar zou niemand van opkijken. Het zou vanzelfsprekend zijn om het verwijderen van een hyena over te laten aan deskundigen. Bij een spin bel je de alarmlijn niet, ondenkbaar! Dat moet je echt zelf oplossen en dat deed ik met een lijf dat stijf stond van de adrenaline.
De spin was verwijderd van de witte tegel maar niet uit mijn hoofd, daar zat hij nog. De dagen daarna, wanneer ik de badkamer betrad, inspecteerde ik de tegelwand, en niet alleen de tegel waarop hij had gezeten, maar alle tegels. En niet alleen de badkamer inspecteerde ik, ook alle andere ruimtes waarin ik zat, liep, stond. Overal kon nu een spin zitten, lopen, rennen. Het griezelde me toe. De spin kreeg een levendig verhaal in mijn hoofd terwijl hij er al lang niet meer was. Als ik ook maar iets zag dat leek op ‘spin’ verstijfde alles in mij om even daarna een ratelende machine in mijn hoofd in gang te zetten over wat mij allemaal te doen stond, terwijl mijn systeem de hele tijd ‘nee!’ zei. Ik wil geen spin! Punt! Na een tijdje besefte ik dan dat wat ik voor spin aanzag, een propje papier was dat ik niet goed had opgeruimd waarna mijn spieren zich langzaam weer herstelden tot een soort van normaal.
Er gebeuren vaak dingen in het leven die je helemaal niet had bedacht. Als een traumatische gebeurtenis je overkomt dan zegt je systeem waarschijnlijk ook ‘nee!’, ‘nee, dit wil ik niet! Ik wil geen bom op mijn huis, ik wil niet geschopt en geslagen worden, ik wil niet psychisch mishandeld worden, ik wil al deze slechte dingen niet!’
En toch gebeurt het, en als het is gebeurd dan suddert er nog van alles heel lang na omdat zich iets vreemds je lijf en geest is binnen gestrompeld. Na het trauma begint een destructief web aan verhalen zich te nestelen bij jou van binnen die jou laten geloven dat ‘die spin’ er altijd zal zijn. Dat je daar de rest van je leven bang voor moet zijn en blijven. ‘Blijf angstig,’ lijkt alles in je te zeggen. ‘Blijf vanaf nu altijd alert!’
Het is zoals Gabor Mate (bekend van boeken als ‘wanneer je lichaam nee zegt’) het formuleert: ‘Trauma is niet wat je overkomt: het is wat binnenin je gebeurt als resultaat van wat jou is overkomen. Trauma maakt je angstig. En zonder dat je het beseft, handel je nu je hele leven vanuit angst en pijn waaraan je probeert te ontsnappen. Trauma is een psychische, interne verwonding die obstakels opwerpt in je mogelijkheden om je leven ten volle te leven. We horen vaker over fysiek trauma en veel minder vaak over psychisch trauma.’
Bij het vallen van een bom op je huis en je familie is het trauma heel duidelijk. Iedereen begrijpt hoe ontwrichtend en dramatisch dit is en iedereen begrijpt dat het belangrijk is dat je hulp krijgt om dit drama te verwerken en terecht. Net als bij die hyena in mijn badkamer iedereen zou begrijpen dat ik daar hulptroepen bij in moet schakelen.
De ellende bij psychisch trauma is dat het niet ‘gezien’ wordt. Het gebeurt onder de radar, in de stille beslotenheid van een huis. Er vallen geen klappen maar vernietigende woorden, harde, koude blikken waar je niets van begrijpt. Je ben niet in staat aan de buitenwereld de destructie duidelijk te maken er onder je huid plaatsvindt, omdat je er zelf ook maar moeilijk vat op hebt. En net als dat je niet gillend je voordeur uit rent, de hele buurt wakker schreeuwt omdat er een spin in je badkamer zit, gil je hooguit onder de beslotenheid van je dekbed. Wat ik maar wil zeggen: ‘Er is veel dat we niet zien maar er wel is, veel dat verteld wordt, te ongemakkelijk om naar te luisteren. Maar wat zou het het een slachtoffer, of beter ‘een overlever’, helpen als hij/zij gehoord wordt, als er veiligheid geboden wordt, als het verhaal er mag zijn zoals het slachtoffer het ervaart en niet wat wij er wellicht van willen maken om maar niet bij dat ongemak te hoeven zitten.
Laten we alsjeblieft eens leren onze mond te houden om het verhaal te horen. Laten we het durven om bij de ander in het donker te zitten en niet gelijk over het licht beginnen.
En ja, ik denk dat ik nu beter ben, dat long-covid verleden tijd is, maar de onzekerheid, de wanhoop, de vele alleen-uren, de angst nooit meer de oude te worden en voor altijd in een lichaam te zitten dat ik niet herkende, dat heeft nog tijd nodig om geheeld te worden zodat ik elke dag een beetje meer durf te zeggen: ‘Ik mag weer leven, ik ben er weer.’ “De spin’ is weg.
Wederom Gabor Mate: Steun jezelf en leer jezelf kennen. Geef minstens zoveel aandacht aan je interne noden, je echte noden, als je doet aan de buitenwereld.
En zoals Chanel Miller zegt in haar boek: ‘ik heb een naam’:
Het is oké om niet oké te zijn. Het is oké om in te storten, want dat gebeurt als je gebroken bent. Ik kan niet beloven dat je proces goed zal zijn, sterker nog, ik garandeer je dat het niet goed zal zijn. Ik kan je geen glorieuze dagen of klinkende genoegdoening beloven. Ik garandeer je het tegenovergestelde: je gaat de zwaarste dagen van je leven tegemoet. De kwelling is niet-aflatend, onverbiddelijk, maar als je op het punt komt dat je het gevoel hebt dat je niets meer hebt, dan verandert er iets, een vlammetje. Het is subtiel, en het komt totaal onverwachts, Wacht maar…..’